Momenteel wordt in Amsterdam een
rapidcompetitie voor clubteams gespeeld. Rapidpartijen vind ik bij uitstek geschikt om nieuwe openingen uit te proberen en ook op andere manieren wat te experimenteren met idee?ɬ´n en zetten die je in een normale partij misschien niet zo snel zou durven spelen.In de vijfde ronde kreeg ik de kans op een interessant stukoffer, waarin ik aanvankelijk slechts positionele compensatie had. Maar de stelling deed me ook enigszins denken aan een geweldige, maar minder bekende partij van Shirov tegen Kramnik uit 1993. Dat gaf me voldoende moed om in het diepe te springen:
Moll-Van Dijk
SGA rapid 2006
Ik kon de verleiding niet weerstaan:
19.Pd5!?Het jammere van rapid is alleen dat je, net als de stelling interessant begint te worden, opeens geen bedenktijd meer hebt. Na
19...exd5 20.cxd5 Dd8 21.d6 besloot zwart het stuk weer terug te geven met
21...0-0Het is op zo'n moment niet eenvoudig om het stuk gewoon terug te nemen en verder te schaken, daarom besloot ik dat het groots en meeslepend moest:
22.Lf3 Tb8 23.Ld5 Lh4 24.Tc7 De8Op dit moment zag ik zoveel idee?ɬ´n voor wit dat het me ging duizelen: e5-e6, Dd4-a7, g2-g3, Tf1-c1, maar ook het trage Le3-c1-b2 leek me interessant. Helaas begon de tijd te dringen en uiteindelijk besloot ik maar voor zetherhaling te gaan met Lc6, De6, Ld5, De8, etc.Natuurlijk had ik een onbevredigd gevoel, en na afloop zetten we de stelling nog eens op. Pas in de nazit met Sybolt de Boer en Juan de Roda ontdekten we de mogelijkheden van de stelling, onder andere met momenten als deze:
32.d7!!En pas toen drong het tot me door dat de stelling n?ɬ?g meer leek op die partij van Shirov dan ik had durven dromen.
>> speel hier de analyses en de partij Shirov-Kramnik na