Als schaker krijg je deze vraag zo nu en dan van een niet-schakende vriend of kennis, en tsja... wat moet je er nou op antwoorden? De laatste keer dat de vraag mij gesteld werd, begon ik met: 'Dat hangt ervan af. In bepaalde stellingen meer dan in andere. Kijk, het zit zo...' Maar in no time zag ik de ogen van de gesprekspartner afdwalen en op zijn gezicht verscheen langzaam een uitdrukking die leek te zeggen: 'Waarom kunnen die gekke schakers nou nooit eens een simpel antwoord geven.'
Deze stelling komt uit een van Mikhail Tals partijen, die ik dit weekend naspeelde. Voor de ras-aanvaller was
20.Dh5 natuurlijk een van de kandidaatzetten. De opgave is: speelde hij die ook? Als je denkt van niet, waarom niet? En als je denkt van wel: waarom is het goed?Tal zelf gaf aan dat hij hier een variant tot en met zet 32 had berekend! (Tegen een leek zou ik er dan '24 zetten vooruit' van maken. Halfzetten, ok?ɬ©, maar het klinkt stoerder.)